Ca Ira (album, song)

8 januari 2019

Ca Ira (album, song)

Informatie:

Lyrics/Muziek: RogerWaters

Uitgebracht op een 3 disc (2CD + 1 DVD)

Ça Ira – de betekenis

Ça Ira vertaalt uit Frans in het Nederlands betekend zoiets als “We zullen het maken”. Literair gezien betekend het niet letterlijk “we zullen het maken” maar “het gaat fijn zijn.” Het komt uit een doctors’ vraag: ” Is it going good in your colon?” (in het Frans: est-ce que ça va dans votre colon?) En het werd eenvoudig “gaat het goed?” (in het Frans: Ça va bien?) of, “Gaat het?” (in het Frans: ça va?). Tot slot werd het een populaire uitdrukking om te vragen of het leven goed gaat. Dan, herschik “ça va” in een eenvoudige toekomstige vorm en het wordt “Ça ira, ” wat betekend dat het leven goed gaat. Het schijnt dat Roger’s gebruik van de term “Ca Ira” gebasseerd is op een Frans revolutionair lied, dat na de val van de Bastille tijdens de Revolutie in 1789 populair werd. De tune is genomen uit “Le carillon national”. De openingswoorden betekenen “het zal in orde zijn”.

Ça Ira – het idee achter de opera

Het idee voor de opera zag het leven als boek door Etienne Roda-Gil, met illustraties door zijn vrouw Nadine.

Een citaat van het interview met U.S. Today uit 2000:

Roger Waters: “Etienne Roda-Gil, die het libretto schreef, is een zeer oude vriend die me vroeg om eens na te denken om zijn stuk in muziek om te zetten. Zijn vrouw, Nadine, had het prachtig geïllustreerd. Het is in feite een poetisch stukje geschiedenis van de revolutie, maar ik hield er ook van omdat het in zijn algemeenheid over verandering handelt. Ik maakte een demo, maar dan, droevig, stierf Nadine aan leukemie in 1990, en Etienne verdween voor een paar jaar van het scherm. Wij kwamen opnieuw een paar jaar geleden samen en beslisten dit te doen herleven. Wij hebben ongeveer 80 minuten in beëindigde vorm. We zijn in de laatste fase van de opera, en Sony Classics zullen het waarschijnlijk vroeg volgend jaar uitgeven.”

Ça Ira! (frans)

Ah! ça ira, ça ira, ça ira,
Le peuple en ce jour sans cesse repète:
Ah! ça ira, ça ira, ça ira,
Malgré les mutins tout réussira!
Nos ennemis confus en restent là,
et nous allons chanter Alleluya!
Ah! ça ira, ça ira, ça ira,

Quand Boileau jadis du clergé parla
Comme un prophète, il a prédit cela,
En chantant ma chansonnette,
Avec plaisir on dira:
Ah! ça ira, ça ira, ça ira, ça ira,

Malgré les mutins tout réussira.
Ah! ça ira, ça ira, ça ira,

Pierrot et Margot chantent à la guinguette,
Ah! ça ira, ça ira, ça ira,

Réjouissons-nous, le bon temps viendra.
Le peuple français jadis “a quia”
L’aristocratie dit: “Mea culpa.”
Ah! ça ira, ça ira, ça ira,

e clergé regrette le bien qu’il a.
Par justice la nation l’aura,
Par le prudent LaFayette
Tout trouble s’apaisera,
Ah! ça ira, ça ira, ça ira,

Malgré les mutins tout réussira.
Ah! ça ira, ça ira, ça ira,

Petits comme grands sont soldats
dans l’âme,
Ah! ça ira, ça ira, ça ira,

Pendant la guerre aucun ne trahira.
Avec coeur tout bon Français combattra,
S’il voit du louche, hardiment
il parlera.
Ah! ça ira, ça ira, ça ira,

Lafayette dit: “Vienne qui voudra.”
Le patriotisme leur répondra
Sans craindre ni feu ni flamme,
Les Français toujours vaincront,
Ah! ça ira, ça ira, ça ira, ça ira,

Malgré les mutins tout réussira.
Ah! ça ira, ça ira, ça ira,

Les aristocrates à la lanterne!
Ah! ça ira, ça ira, ça ira,

Les aristocrates, on les pendra!
Le despotisme expirera,
La liberté triomphera,
Ah! ça ira, ça ira, ça ira,

Nous n’avions plus ni nobles, ni prêtres,
Ah! ça ira, ça ira, ça ira,
L’égalité partout régnera.
L’esclave autrichien le suivra,
Ah! ça ira, ça ira, ça ira,

Et leur infernale clique
Au diable s’envolera.

Ca Ira! (engels)

“We will win, we will win, we will win”,
The people of this day neverendingly sing
“We will win, we will win, we will win,
In spite of the traitors, all will succeed”
Our confused enemies are staying low
But we are going to sing “Alleluia!”
“We will win, we will win, we will win”,

When Boileau once spoke about the clergy
“Like a prophet he predicted as much.,
By singing my ditty,
With pleasure I will say:
“We will win, we will win, we will win,

In spite of the traitors, all will succeed”
“We will win, we will win, we will win,”

Punch and Judy sing at the show
“We will win, we will win, we will win,”

Let us rejoices, for the good times are coming
The French people were once nobodies
But now the aristocrats say “we are guilty”
“We will win, we will win, we will win,”

The clergy now regrets all its wealth .
Through justice the nation will have it all,
Through the wise LaFayette
All trouble will be quieted,
“We will win, we will win, we will win,

In spite of the traitors, all will succeed”
“We will win, we will win, we will win,”

The weak as well as the strong are soldiers
in their souls
“We will win, we will win, we will win,”

During the war, not one will be a traitor.
With their hearts, all good Frenchmen will fight,
And when he sees a slacker,
he will boldly speak up
“We will win, we will win, we will win,”

Lafayette says, “Let he who will follow me!”
And patriotism will respond,
Without fear of fire or flame.
The French will always conquer
“We will win, we will win, we will win,

In spite of the traitors, all will succeed”
“We will win, we will win, we will win,”

Let’s string up the aristocrats on the lampposts!
“We will win, we will win, we will win,”

We’ll string up the aristocrats!
Despotism will die,
Liberty will triumph
“We will win, we will win, we will win,”

And we will no longer have nobles or priests
“We will win, we will win, we will win,””
Equality will reign throughout the land/world
And the Austrian slave will follow it.
“We will win, we will win, we will win,”

And their hellish clique
will be sent to the devil.

Het verhaal van ‘Ça Ira’, een muzikale vertelling over de beginjaren van de Franse Revolutie.

Een en ander speelt zich af in een bescheiden circuspiste, zaagsel in de ring, publiek op de tribune. Het publiek bestaat uit vertegenwoordigers uit alle lagen van de bevolking: kinderen, burgers, de adel, geestelijkheid, de Koning en Koningin. Allen spelen mee of kijken toe. De circuspiste kan het Parlementsgebouw zijn, het Paleis, Versailles, of de straten van Parijs. Zo wordt het verhaal (als circusvoorstelling) vanuit verschillende gezichtspunten verteld.

Het jaar 1789

Er heerst politieke en sociale onrust in het land. Frankrijk is bijna bankroet. Koning Louis XVI probeert via belastingverhogingen meer geld bij elkaar te krijgen en roept de Staten Generaal bij elkaar.

EERSTE ACTE

[1] The Gathering Storm – De storm verzamelt alle spelers in het circus. De voorstelling kan
beginnen.

[2] Ouvertüre – 1ste thema (trompet + trommel). Zij lopen voorbij en de eerste accoorden klinken
op de achtergrond. Er hangt dreiging in de lucht (onweer) en het signaal van de trompet
benadrukt de dramatische sfeer. Overgang naar strak marstempo, afgewisseld met uitroepen
van het publiek.
Het verhaal begint enkele jaren hiervoor.

[3] Scene 1 – “Een tuin in Vienna, 1765”

De spreekstalmeester neemt het woord: “Laten we een kijkje nemen in Vienna …”

[4] Madame Antoine zit op een schommel. Naast haar staat een perzikboom. Ze dagdroomt.
Over haar toekomst als Koningin. Die toekomst zal haar veel voorspoed brengen. Perzikken
met room eten en zijde en kant dragen.
Zij heeft niet in de gaten dat ze vanachter de tuinmuren wordt bespied.
Honest Bird kijkt en luistert naar haar.
Dan roept haar moeder, Madam Therese. Ze moet binnenkomen. Het wordt al donker.
Honest Bird springt tevoorschijn en begint tegen haar te praten. Eerlijk, zoals hij is.
Hij maakt haar duidelijk dat ze de voorrechten die haar ten deel vallen, te danken heeft
aan het massaal lijdende volk. De kinderen buiten het paleis sterven van de honger.
Ze is er niet van ondersteboven en ze stuurt hem weg. Terug naar de plaats waar die
spreeuw thuishoort. Alsof hij ook maar een greintje verstand heeft van het niveau waarop
zij haar leventje leeft.
“Bedaar,” roept ze hem toe. “De ingewikkelde bewegingen van de acrobaten en clowns
gaan jouw voorstellingsvermogen ver te boven, haantje de voorste!”

[5] Scene 2 – Koningen, Stokken en Vogels

De spreekstalmeester vraagt de aandacht van het publiek.

Dames en Heren. Stelt U zich voor. U zit, als doodgewone vogel, op de tak van een
boom en fluit een liedje. Stelt U zich voor. Een of andere schurk slaat U bijna dood. En
dan komt er een priester, die de schúrk zegent. De onbekende soldaat raapt de veren op
en plakt ze op zijn schild. Hierna verklaart een invloedrijk rechter dat het vogels verboden
is in bomen te fluiten. Tot op een dag sommige van de priesters, soldaten en rechters
hun wrok aan de kant schuiven en op andere gedachten komen.
Vogels mogen weer zingen. Dat is Revolutie. Change your mind and sing!

Het verhaal van de vogels, de stokken, de stenen, de rimboe en de botten. Van nu en
alle tijden. Van vrouwen en mannen.
Het alles omvattende verhaal van de dingen die komen gaan onder een schijnende zon.

[6] Marie Marianne, de stem van vrijheid, rede en de Republiek, ontfermt zich over Honest
Bird. Hij heeft haar goedheid nodig om vrij en zonder angst te kunnen zingen. Niet alleen
hij, maar eigenlijk iedereen.
En de tijd is nog niet rijp om te zingen. Het is maar de vraag hoe of waar je ter wereld
komt. Op welke plek je wieg staat. Je zult eerst je roeping moeten vinden en het kaf van
het koren scheiden.
En waar het je aan wijsheid ontbreekt, zul je zwaar op de proef worden gesteld.
Maak je keuzes, volg de stem van je hart.

Honest Bird loopt in een val, maar wordt gered en bevrijd door Marie Marianne. In een
reis door de tijd groeit Honest Bird uit tot Revolutionair Priester. Zijn roeping. Samen
zetten zij de burgers aan tot het uiten van hun diepste verlangens. Er heerst verwarring
alom, maar het inzicht groeit. Men wordt zich bewust van de heersende impasse.

[7] Maak je keuze, vind de stem van je hart

Ik wil Koning zijn
Ik Koningin
Ik een lichtekooi
Ik de Kroonprins
Ik wil de Kardinaal zijn
Ik de Kapitein
Ik de Koning der Koningen
Ik wil God zijn
Ik ben de schatkist zonder bodem
Ik ben de minister van financien
Ik heb er een zooitje van gemaakt
Ik ben Amerika’s Oorlog. Ik ben hebzuchtig
Ik ben de staatsschuld. Groot en behoeftig
Ik ben een edelman
Ik ben een geestelijke
Ik ben maar gewoon
Ik heb honger
Ik verga van de honger

De cake is niet eerlijk verdeeld!

Ik ben een roofzuchtige wolf
Ik ben een doornen hart
We maken korte metten met die godsdienstige wetten!
Ik ben de eikenboom en de columbine
Ik ben het varken dat naar tuffels zoekt
Ik ben de verfomfaaide pauw

[8] De Onruststoker maakt zijn opwachting. Hij roept op tot verzet tegen de onderdrukking.
Ook hìj zweert zich in te zetten voor de Republiek.

Laten we de wapens neerleggen
En de hermelijn bevuilen
Een voorbeeld nemen aan de eik en de olijfboom
Varkens eten eikels
De rijken eten varkensvlees
De armen eten olijven en spugen de pitten uit
We vragen de edelen alleen om weinig belasting
De uitgespuugde pit zal weer uitgroeien tot een olijfboom
En wij zullen ons vlees roken boven een vuur met basilicum
We zullen een laurierboom planten
Om een krans te maken
Om de Republiek te kronen
Om de Republiek te kronen!

[9] Scene 3 – Het gemor van het volk

De vooravond van de Revolutie. De Revolutionair Priester zit aan een tafeltje.
De Koning heeft een ‘Cahiers de Doléances’ uitgegeven. De Priester hoort het gemor
aan en schrijft de klachten van het hongerige en verloren volk in het schrift.
De onruststoker doet ook een duit in het zakje. “Kijk uit, jullie worden beduveld”.
De klachten gaan onopgemerkt aan de Koning en Koningin voorbij. Zij zitten in de
VIP-room en doen zich tegoed aan een omvangrijk buffet. De nauwelijks verholen
minachting staat op hun gezichten te lezen.

De spreekstalmeester verschijnt.
Hij beschrijft de situatie in Frankrijk en wijst op de tekortkomingen van de Koning.
Zijn gebrek aan zorg en mededogen. Het land is niet meer van de ondergang te redden.
Vergoedingen zijn gestopt door gebrek aan geld. Bisschoppen houden graan achter,
verstoppen dit op zolder.
Zwerfkinderen delen pamfletten uit, maar niemand met enig gezag leest, luistert, of trekt
zich er ook maar iets van aan.
De pijn blijft. Maar dat zal hen sterken in de strijd.

De Priester vertelt over het stenigen van geestelijken in Manosque. Over plunderingen.
De eerste tekenen van strijd om vrijheid tekenen zich groots en moedig af.
De grote zoektocht naar de moed om zich te verzetten is begonnen. Temidden van deze
zinloosheid.

[10] Scene 4 – Wanorde in Frankrijk

Het is winter 1788-1789. Een zeer strenge winter. Je ziel zou ervan bevriezen.
Het geluid van marcherende manschappen, gebrul van officieren en geweerschoten.

De spreekstalmeester beschrijft de vrijheidsmars van 100.000 hongerige burgers door de
straten van Parijs. Driehonderd van hen worden doodgeschoten als ratten. Driehonderd
levens de pijp uit.

Wees gewaarschuwd. Jullie behandelen het volk als ongedierte?
Jullie zullen als bloedbevlekte hermelijnen eindigen
Kijk. Zoals de golven rustig van eb naar vloed gaan, zo zullen redelijkheid, slim en integer
denken, met respect voor elkaar, de mensheid verlichten.
Zouden jullie elkaar willen begrijpen, beesten en gemenerikken, luister dan op z’n minst
naar de stem van die ander. Geef licht en donker aandacht. Kies tussen dag en nacht.

[11] Het antwoord van Marie Marianne

Lachen is leven. Zien is weten. Lezen is de sleutel tot vrijheid.
In de bibliotheek van het leven vind je de ware medicijn tegen tiranie. De sterren, de
maan en de zon schijnen voor prins en pauper en bevoorrechten géén.
De Rechten van de Mens. Eerlijk appels verdelen. Een boom planten, waarin een vogel
zingt.

In Frankrijk is er nog geen voedingsbodem voor.

[12] De spreekstalmeester en Marie Marianne wijzen op de toename van geweld. Executies
zijn orde van de dag. Beide doen een beroep op het menselijk geweten, waardoor erger
wordt voorkomen.
Alleen de rede zal leiden tot acceptatie van de Rechten van de Mens.
Is er nog een minderheid te vinden die zich hiervoor sterk wil maken? Vrijheid, gelijkheid
en broerderschap. En niet alleen in het hiernamaals.
Het lijkt erop dat zelfs de kleinste stap in die richting als ongehoorzaamheid aan de
Koning wordt gezien.
Zijn Almacht overheerst en werpt een dodelijke schaduw op de toekomst vooruit.
Er zal een volk sterven om te kunnen blijven geloven in die veilige, welwillende overheid.
Tegen wil en dank.

[13] Scene 5 – De val van de Bastille

Geluid van vogels, die zich verzamelen voor de grote trek naar het Zuiden.
De spreekstalmeester komt de piste binnen. Er hangt een geladen sfeer. Alle energie
bundelt zich.
De gedachten van het volk, het leger, alles wat deze grote massa creëerde, is
vertegenwoordigd.
Tesamen wordt de val van de Bastille, hèt symbool van onrecht en onderdrukking,
bezongen.
De armen nemen het recht in eigen handen. De cipier van Les Invalides wordt vermoord,
gevangenen worden vrijgelaten.

En dan? Wat te doen als je zelf over een leger beschikt? Oorlog?

[14] Ergens, op de bodem van de smeltkroes, komen verdriet, spijt en woede bij elkaar en
raken vervlochten.
Samen kronkelen ze zich een weg naar boven, naar het licht.
De pen blijft even boven de bladzijde hangen.
Dan komen de woorden als regen, lessen dorst en doven vlammen.
Ze koelen af en laten de schittering van vertrouwen en geloof achter in de harten van de
armen.
Misschien, bij het aanbreken van de nieuwe dag, komen zij in het morgenlicht dan toch
tot hun recht.

[15] De spreekstalmeester vraagt zich af of men op een verantwoorde manier met deze
nieuwe macht zal kunnen omgaan. Wie gaat eraan? Wie blijft leven? Wie wint?
Wie verliest?
De onruststoker verschijnt. In zijn armen draagt hij een gewond kind.
Hij antwoordt dat deze opstand zal leiden tot nieuwe orde. Tot een systeem gebaseerd
op rechtvaardigheid en eerlijkheid. De toekomstige generatie zal van hieruit verder
kunnen leven.

Die ene steen, bewijs van mijn gevangenschap, zal mij leren waar het in het leven om
gaat.
Kracht, kwetsbaarheid, liefde en trots, zijn de waarden die ik mijn kind nalaat.
Hij zal er gebruik van weten te maken en de mensheid beoordelen op daden, niet op een
misleidende glimlach.

Als mijn kind dit tenminste overleeft …

TWEEDE ACTE

Scene 1 – Dansen en Marsen

[16] Versailles in de herfst. De Koningin verveelt zich stierlijk. Ze heeft meer dan genoeg van
de roep om verandering. Ze organiseert een bal voor de soldaten en officieren, die trouw
zijn gebleven aan de Koning.

[17] De Koningin en veel van haar gasten gaan zich te buiten aan de drank. De Koningin flirt
er lustig op los.
Volgens de laatste mode dragen de meeste balgangers een rood-wit-blauwe rozette.
Zo ook de Koningin.

[18] Dronken als ze is, rukt ze de rozette uit haar haar en vertrapt hem op de grond.
De soldaten volgen haar voorbeeld. Weg met rood-wit-blauw. Wat een grap!

De realiteit van de Revolutie komt echter dichterbij. In Parijs wordt honger geleden.
Een groep van 7000 vrouwen, uitgehongerd en verwaarloosd, komt aan bij de poorten
van het Paleis.
Sommigen van hen dragen de afgehouwen hoofden van bewakers op stokken.
De Priester neemt Koningin Marie Antoinette in bescherming en probeert haar op
humane gedachten te brengen. Hij herinnert haar aan hun ontmoeting in de tuin van
Vienna, toen ze nog een meisje was. Zij draait de Priester opnieuw de rug toe.
Marie Antoinette, de Koning en de Markies worden gevangen genomen en begeleid door
de menigte, naar Parijs (Paleis de Tuilerieën) gebracht.

Scene 2 – De brief

[19] Tik, tik, tik, tik. Een tikkende klok. De Koning en Koningin zijn opgesloten.
De Koning pakt een oude hobby van hem op en repareert sloten. Af en toe neemt hij een
slok koffie.
Onder de toenemende druk probeert hij zich van zijn beste kant te laten zien. Maar hij is de
wanhoop nabij, en roept de hulp in van zijn neef, de Bourbon van Spanje.

[20] Het gekras van de kroontjespen op het papier is hoorbaar op de achtergrond.
De Koning schrijft een brief aan zijn neef. Hij beklaagt zich bij hem. Verafschuwt de
concessies die hij moest doen. En de leugens die hij moest vertellen. Het dragen van een rode
cap (om nog wat authoriteit en gezag uit te stralen) vervult hem met weerzin.

Hij lijdt pijn, omdat alles waar hij in geloofde, hem door dieven afhandig is gemaakt.
De Koning vraagt de Bourbon van Spanje hem te helpen, die revolutionaire ‘honden’
terug te drijven in hun kennels. Dat tuig. Laat zich regeren door een fles wijn. Niemand
zou het aandurven de taak van hem of zijn neef op zich te nemen.

[21] De spreekstalmeester neemt de brief aan. En ziet de lege beker.
Geen koffie op de markt? Geen vrede voor arm en rijk! Hij richt zich tot het publiek en
waarschuwt allen.
De ‘weg naar verandering’ is ingeslagen. Maar onder deze omstandigheden zal de
handel nog verder stagneren, ook in de overzeese landen.

Scene 3 – Zilver, Suiker en Indigo

[22] Slaap je nog wel? Kun je nog wel nadenken? Hoe blijf je op de been zonder koffie?
Suiker is niet meer te betalen.

De strijd in Frankrijk heeft zich uitgebreid naar de Franse Kolonieën.
In Sante Domingo ondermijnen landeigenaren en kwekers het gezag van de koninklijke
gezanten. Het gewone volk protesteert.
De advocaten Robespierre, Brissot en de Markies van Condorcet (de mannen van het
Schrikbewind) scharen zich achter de ideeën. Een roep om bevrijding van de slaven.

Maar van suiker, zilver en indigo, wordt zelfs de meest wijze man ‘idiot’ ….!

[23] Het Gospelkoor laat zich horen. De wind heeft de roep om verandering in de richting van de
Windward Isles geblazen. Trommels, zwarte mensen, slavernij, het geluid van een knallende
zweep.
Vrijheid, gelijkheid en broederschap. Wis en waarachtig geen loze kreten.
Maar suiker is zoet en koffie is heet. Protest uit winstoogmerk. Zonder koffie kun je niet
leven! En daarmee verdwijnt de hoop als een ondergaande zon. Achter zilverbergen,
suikervaleiën en scheepsladingen indigo.
Marie Marianne en Condorcet poetsen het blazoen op. Vrienden, blijf geloven in vrijheid.
Genoeg is genoeg.
Weg met deze schaamteloosheid en misère. De diepste zee ermee in.

Van suiker, zilver en indigo, wordt zelfs de meest wijze man ‘idiot’ ….!

Scene 4 – De Pauselijke Verordening

[24] Zijn Heiligheid de Paus veroordeelt de ‘Rechten van de Mens’ . Goddeloze Zonde! En
kondigt nieuwe sancties aan.
Maar het tij is niet meer te keren. Revolutionaire ideeën vinden hun weg. Lees de
voorpagina van de krant!

[25] Velen uiten hun woede. Zweren door te gaan en te blijven vechten voor de ‘Rechten van
de Mens’, welke straf de Paus er ook aan verbindt. Hij goochelt maar wat met zijn
zegeningen.
De Onruststoker doet ook een duit in het zakje. Hij kan toch van gedachten veranderen?
Een andere hoed misschien? Niemand zal in het klokhuis van een verrotte appel bijten.
De Paus wast zijn handen in onschuld.

Zal die horizon dan nooit veranderen? Ondanks onze gebeden om hoop, een slok wijn of
een handje vol graan?
Wij kunnen daar met elkaar toch iets aan doen. En langzaam tekent zich in de verte een
bos af. Bomen worden geplant.

De olijfboom en de eik wapperen aan dezelfde horizon. Wapperen als vlaggen.

DERDE ACTE

Scene 1 – De Koning op de vlucht

[1] Hoog in de lucht voorspellen de raven een scheuring tussen God en de Kroon.
Tussen hemel en aarde vertoont de donkere horizon barsten. Met een oneerlijk glimlach
op het gezicht wordt een korreltje verandering toegelaten. En worden eerst twee, daarna
vier, dan stap voor stap, alle oude meningen in ere hersteld.

De spreekstalmeester veschijnt om een ieder eraan te herinneren dat de veranderingen
onvermurwbaar zullen doorzetten en een voor een weer van het toneel zullen verdwijnen.
Hierna trekt hij zich terug in de schaduw van de dingen die komen gaan.

[2] Het verhaal verplaatst zich naar het Paleis de Tuilerieën.
De Koning en Koningin beklagen zich over hun lot; die goeie ouwe tijd in Versailles is niet
meer. De kinderen spelen in een tuin die meer op een gevangenis lijkt en het voornemen
even een luchtje te scheppen in St. Cloud werd hen verboden. Zijn zij nog veilig?
Ze vrezen het ergste en beramen met de trouwe Markies van Boulli een plan om te
ontsnappen. De Koningin vermomt zich als Barones en met de Koning, verkleed als
kamerdienaar aan haar zijde, ontvluchten zij Parijs. Dan slaat het noodlot toe.
In de buurt van Varenne herkent een opmerkzame postbeambte de Koningin, en slaat
alarm.
In het Parlement wordt nog een poging gedaan het volk te laten geloven dat de Koning is
ontvoerd. Als in Parijs bekend wordt dat zij wilden vluchten, groeit het wantrouwen jegens
hen verder.

Juli 1792

De Koning krijgt hulp van Graaf Brunswick, opperbevelhebber van het Pruisische leger.
De Graaf dreigt met geweldadig ingrijpen. Parijs zal met de grond gelijk worden gemaakt
als het volk de Koning niet gehoorzaamt. Het Manifest roept zowel angst als woede op.
De toch al emotionele en geladen sfeer groeit, neemt een dreigende vorm aan.
Als de Graaf van Dampierre uit eerbied zijn cap afneemt en buigt voor de Koning, een
even moedig als dom gebaar, wordt hij onmiddellijk onthoofd.

[3] De kinderen bespotten de Graaf. Die beleefde dandy! Zet zijn hoed af voor de Koning.
Terwijl wij meer dan duizend jaar in angst en pijn leven. Geen hoofd meer? Net goed.
Boontje komt om zijn loontje.

[4] Parijs. Op de Champs du Mars rukken 6000 betogers op om de petitie ‘Republiek NU!’ te
ondertekenen. Het leger, onder leiding van genereaal Lafayette, verhindert de opmars.
Opent het vuur en 50 ongewapende burgers worden neergemaaid. 50 doden. En het
enige waarvan zij droomden, was vrijheid.
De 50 doden zullen in ieder geval niet hoeven toekijken als de Koning in ere wordt
hersteld.

De Koning, nog steeds verkleed als kamerdienaar, wordt naar het midden van de
circuspiste geleid en in vol ornaat, met kroon, rijksappel en scepter aangekleed.
Hij bezwijkt ter plekke onder de verantwoordelijkheid van zijn eigen valstrikken.
Als een onwillige zielepiet wankelt hij terug naar zijn plek in de Koninklijke loge.

Scene 2 – De Gemeente Parijs

[5] In weerwil van het herstel van de Monarchie en de toenemende oppositie, lijkt Louis’
toekomst onzeker.
De spreekstalmeester wijst op de heftige discussies in het Parlement. Verschillende
partijen wegen de voors en tegens van het Lot van de Capet-dynastie tegen elkaar af.
De gematigde partij van de Girondins, op de hoogte van militaire hulp uit Oostenrijk en
Engeland, stelt zich terughoudend op. Nog afkerig van het ten val brengen van de
Koning.

[6] Het Republikeins vuur echter, lijkt onweerstaanbaar te branden in de harten van het
opstandige volk.
Het leger verzamelt zich in Parijs om een eventuele aanval vanuit Oostenrijk af te slaan
en ondersteunt de roep van de Parijse gemeente om de Koning van de troon te stoten.
De koninklijke familie wordt slechts door het Zwitserse leger tegen hen in bescherming
genomen.
Tot het moment dat de Priester en de gemeente de houding van de Girondins
veroordelen en de strijd om het paleis de Tuilerieën ontbrandt.
Honderden sneuvelen. Als enige overleeft de Priester deze strijd.

[7] Het Parlement heeft zich achter de doden en gewonden geschaard. De monarchie is ten
val gebracht.

De begintonen van het volkslied ‘Marseillaise’ weerklinken.

Allons enfants de la Patrie.
Le jour de gloire est arrivé!

Arise children of the fatherland.
The day of glory has arrived!

Lang leve de Parijse Gemeenschap!

Scene 3 – De executie van Louis Capet

[8] Voorjaar 1792. De oorlog tegen Pruisen en Oostenrijk is uitgebroken. Koning Louis wordt
beschuldigd van verraad.
Bezoekers worden door hem met tegenzin binnen gelaten. Zij dringen er echter bij hem
op aan het glas te heffen op de gezondheid van de nieuwe Natie. Het raakt de Koning
niet langer. Hij ontkomt niet aan zijn lot.
De guillotine wordt de piste ingereden. De geesten van de Revolutionaire Dood staan op.

[9] Marie Marianne vertolkt nog eenmaal de stem van alle gevallenen. Zij stierven in de strijd
voor vrijheid.
Je gaat eraan, Louis. Er is geen ontkomen meer aan. Ook jouw bloed zal vloeien. Pas
dan kunnen we met een schone lei opnieuw beginnen.
De Geesten wijzen op de guillotine. Het blad valt neer …
Marie Antoinette en haar zoon, de Kroonprins, hebben vanuit de Koninklijke Loge de
executie gevolgd.
Bedroefd vertelt de Koningin haar zoon, dat de dood van zijn vader, dit bloedige beeld,
deze verschrikking, hem ten diepste zullen bij blijven.

Scene 4 – Marie Antoinette – Haar laatste avond in leven

[10] De spreekstalmeester keert terug, de geesten blijven in zijn buurt. Hij beschrijft de
toestand waarin de Koningin verkeert. Tesamen met haar zoon is zij gevangen gezet.
Zij behandelt hem met hoffelijke eerbiedwaardigheid. Alsof hij de nieuwe Koning al zou
zijn. En daarmee dreigt een herhaling van wat was. De jongen wordt bij haar
weggehaald.

[11] De Koningin is ten einde raad. Verdoofd, nu van alles verstoken. Ze danst met de
geesten, niet meer van deze wereld. Het licht dooft langzaam. Een gevangenbewaarder
brengt haar pen en papier. In de circuspiste herrijst de tuin in Vienna, met het
openslaande raam en de eikenboom. Hier begon en eindigt nu haar verhaal.
Ook zij, net als haar gemaal, schrijft uit wanhoop een brief. God, wat mist ze haar kinderen!

Wat een groot verdriet hen te moeten verlaten.
Ze is zich opnieuw niet bewust van de aanwezigheid van de Priester. Hij luistert en kijkt
naar haar. Dan spreekt hij haar aan. Ze verstijfd van schrik, maar kijkt de Priester niet
aan. Als een echo uit het verleden klinkt de stem van haar moeder. Tijd om binnen te
komen. Dan roept de Priester de herinneringen aan de eik en de olijfboom bij haar
wakker. Ze geeft haar innerlijke strijd uiteindelijk op en draait zich naar hem toe.
Ze grijpt zijn uitgestoken handen. Een wanhopige omhelzing. Man of Priester?
De Priester knielt, sluit zijn ogen en verzinkt in gebed. De Koningin wordt door de clowns
op een kruitwagen weggereden. De Priester, die haar wil volgen, wordt tegengehouden.
Zij begint alleen aan haar laatste reis.

Scene 5 – VRIJHEID

[12] De Koningin is dood. Getuigen van de executie wijzen op het dubbelzinnige gebruik van
de guillotine.
Kan de strijd om vrijheid dit geweld ooit rechtvaardigen? Een vraag die ons altijd zal
achtervolgen.

Uit: In Vrijheid Groot Worden

Oorlog
Om land te winnen.
Of om strijd?
Rollende rupsbanden.
Leger opgeroepen.
Of lekker schieten.
Genade is er nooit.

Quinten de Koning

[13] Marie Marianne, de spreekstalmeester en de Priester spreken, eindelijk verenigd, de
hoop uit op vrede. Blijvende vrede. Het in vervulling gaan van dromen. Geluk.

Door Revolutie.

Iedereen heeft recht op een veilig en rustig onderkomen, waar genoeg te eten is.
Niemand zou verder vooruit moeten komen ten koste van een ander.
Deze gedachte, de belofte van deze ‘Republiek’, is als grootse kans in ons allen
verankerd. Er is hoop.

Ça Ira!

VREDE

Vrede is geen oorlog
Vrede is om rust te horen
Vrede zijn mooie dromen
Vrede is tevreden zijn
Vrede is vrijheid
Vrede is om bij stil te staan

Lisanne Schlötz

met dank aan Joke Tuinema

Geen reacties